Samenwerkende Kamper kerken in actie voor Oekraïne
Vlak nadat de oorlog in Oekraïne begon kregen de Protestantse Gemeente Kampen, De Broederkerk, De Westerkerk en Het Open Hof het idee iets voor de bevolking van Oekraïne te moeten en kunnen doen.
“Omdat we beschikken over een eigen transportvloot en veel contacten hebben in de voedselketen, resulteerde dit in vele transporten. Vijf daarvan zijn met hulpgoederen vanuit ons bedrijf vertrokken en door mijzelf gereden” aldus Gerjan Wielink.
“Via Polen steken we de grens naar Oekraine over en leggen in 8 à 10 dagen zo’n 6000 km af. Hoe snel de grenspassages gaan hangt een beetje af van de douanebeambte, maar het is altijd spannend. Het kan wel tussen de 4 en 16 uur duren en ben je daarna een hele berg papieren en stempels verder. Na zo’n 18 ritten verzorgd te hebben gaat dit steeds beter. Eenmaal in Oekraïne merk je niet altijd iets van de oorlog maar blijf je als konvooi bij elkaar. Bij aankomst is er begeleiding van een vertaler die in contact staat met de kerk waar we lossen. Alles wordt streng gecontroleerd door de Oekraïense militairen.”
Hoe verder naar het oosten, destemeer controles.
“We hebben er voor gekozen om de spullen naar de kerken in het oosten te brengen, al is het daar minder veilig. Tegenover de sponsoren zijn we verplicht er voor te zorgen dat de goederen niet op de zwarte markt verdwijnen, de voorbeelden hiervan zijn er te over. De kerken verdelen de goederen pakketten onder hen die het het hardst nodig hebben. Dit hoeven niet persé mensen te zijn die bij een kerk aangesloten zijn. Tijdens de oorlog zijn de kerkgemeen-schappen enorm gegroeid en komen ze af en toe ruimte te kort. We gaan meerdere plaatsen aan tot de wagen leeg is. Zelf ben je dan ook leeg en lijkt het of de terugreis langer duurt. De adrenaline is dan op en de opgedane indrukken kosten veel energie.”
“Totaal verrast stond een vrouw bij de poort van Youth for Christ ons met de armen wijd en tranen in de ogen op te wachten. In Birodiyanka waren de Russen nog maar net verdreven. De stad was zwaar getroffen. Wachtend in de sneeuw stonden wel 1000 mensen voor een leeg uitdeelpunt te wachten. En toen kwamen wij eraan. Heel bijzonder, hier moest leiding van boven zijn geweest. Het was een wonder dat we het depot in een leeg schooltje in Boetsja via een contactpersoon en GPS konden vinden.
De laatste bestemming was Charkov, waar Gerjan Wielink met een team van de kerk de goederen naar de mensen bracht. De frontlinie was slechts 15 kilometer verderop, wat aan het schieten te horen was. “We liepen een flat met een zwaar beschadigd portiek in waar ik een jonge vrouw sprak. Ze vroeg of ik me voor kon stellen hoe bang ze soms was om tijdens de vuurgevechten medemensen gaan helpen. Ze hadden natuurlijk geen kogelvrije vesten of helmen, helemaal niets. Ik pakte haar hand en zei dat ik me het goed voor kon stellen. We huilden allebei. Oorlog is iets vreselijks.”
Na een barre reis wist de groep Cherson te bereiken terwijl er rondom de stad gevochten werd. “We hebben daar eten en drinken uitgedeeld en snoep en chips aan de kinderen. Bij een vernietigde stad en een glimlach op een kindergezicht hield ik het niet droog. Na al deze ervaringen is de drive om door te gaan groot.” Aldus Wielink.
“6 Februari willen we weer met een konvooi van minimaal drie vrachtwagens naar Oekraïne vertrekken. Wij zijn heel blij met het adopteren van een lading door kerkelijk Kampen, maar hiervoor hebben we uw hulp nodig. Bekijk het onderstaande youtube filmpje en laat uw hart spreken.