Vergeten Kamper helden uit oorlogstijd
“Lieve kleine Barbara,
Naast mijn bed ligt een fotootje, een foto van jou, en ’s morgens vroeg kijk ik er lang naar en zeg ‘goedemorgen’ tegen je.”
Het is de eerste regel uit een brief, geschreven vanaf het Oostfront op 4 juli 1943 door Leo Meter, afkomstig uit het boek ‘Lieve Barbara’. Het is een regel die mij als schrijfster in het bijzonder raakt. Een foto is een tastbaar bewijs, een blik of een beeld van iets of iemand wat hetzelfde blijft wanneer je er naar kijkt. Het vervaagd niet in je hoofd en doet je na jaren jezelf afvragen of dat beeld wel klopt, wanneer je merkt dat je de gelijkenis van hoe iemand was niet meer echt voor je kan zien. Een foto is ook iets wat je door kan geven, om te laten zien aan iemand die een persoon nooit gekend heeft, een beeld te vormen bij hem of haar. Om letterlijk een gezicht te geven aan een herinnering of verhaal.
Tijdens de oorlog waren er in Kampen meer helden dan dat we ons voor mogelijk kunnen houden. Want ook al werd het in oorlogstijd niet gezien als een heldendaad, de definitie van een held is duidelijk; Een held is iemand die, wanneer geconfronteerd met rampspoed of gevaar, de moed heeft om zelfopoffering te tonen. En dat is precies wat mensen deden wanneer zij besloten Joodse onderduikers te huisvesten. Veel verhalen zijn in de vergetelheid geraakt, of niet doorverteld aan het nageslacht. Over veel daden werd niet gepraat, want het werd immers niet gezien als een heldendaad.
Ik wil u graag kennis laten maken met een echtpaar uit Kampen voor wie het niet meer dan logisch was om zich te ontfermen over een Joods meisje en daarmee, hoogst waarschijnlijk, haar leven hebben gered. Een echtpaar waar ik 2 jaar geleden al over schreef nadat ik na een zoektocht, de vrouw vond die als klein meisje bij hen was ondergedoken en haar heb opgezocht in Amsterdam.
———————–
Het is eind 1942. In Amsterdam wordt de vader van een op dat moment driejarig meisje gearresteerd. Na 3 maanden wordt hij door de Gestapo uitgeleverd aan de Wehrmacht en getransporteerd naar Oekraïne. Het meisje blijft alleen achter met haar moeder. In het jaar dat daarop volgt, waarbij tijdens meerdere razzia’s in Amsterdam Joden opgepakt en getransporteerd worden, weten zij in eerste instantie daaraan te ontkomen. Dat is omdat het meisje ‘half-Arisch’ is door het gemengde huwelijk van haar ouders. Aan het einde van 1943 zijn ook zij echter niet meer veilig en het meisje wordt van haar moeder gescheiden, om vervolgens ergens apart onder te duiken.
In Kampen wonen op dat moment een schoolmeester en zijn vrouw met hun 3 kinderen, Antje, Aukje en Chris, in een woning aan de Sint Jorisstraat. Tijdens de oorlog vonden in dit huis veel illegale vergaderingen plaats van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij, uiteindelijk opgegaan in de PvdA.) De partij was door de Duitse bezetter verboden en op deze illegale bijeenkomsten stonden dan ook hoge straffen.
Andries en Anna Velzel leefden volgens een aantal idealen die ze graag wilden verwezenlijken; “Een vriendelijker samenleving, een boterham voor iedereen, het opheffen van grote maatschappelijke verschillen en bovenal klaar staan voor elkaar.” Dat laatste was iets wat Andries en Anna in woord en daad deden. Omdat Andries kampte met invaliditeit was er naar eigen zeggen niet heel veel wat ze konden doen. Er werd daarom besloten een klein Joods kind in huis te nemen en te verzorgen zolang dat moest. Zo kwam via een verzetsgroep in Amsterdam er als eerste een meisje dat door het gezin ‘Hansje’ werd genoemd. Vermoedelijk was haar echte naar Channah Salomonson, maar werd dit uit veiligheidsoverwegingen veranderd in een meer Nederlandse naam. Tijdens haar verblijf werd Andries Velzel gevangen gezet in het concentratiekamp in Vught. Hansje werd daarom ergens anders ondergebracht.
Andries Velzel verblijft niet lang in Vught en wanneer hij weer thuis is komt het meisje wat dan van haar moeder gescheiden is in Amsterdam, bij de familie Velzel in huis terecht. Haar naam is Barbara Meter. Van de 2 eigen dochters, Aukje en Antje en de zoon, Chris, is vooral de dan 15-jarige Aukje dol op het kleine, nieuwe zusje en ze ontfermde zich als een moedertje over Barbara. Barbara verblijft tot het einde van de oorlog bij de familie Velzel en wordt na de oorlog herenigd met haar moeder.
———————–
De daden van Andries en Anna Velzel zijn lang onuitgesproken geweest. Andries overleed op 61-jarige leeftijd in 1962 en Anna werd 90 jaar oud. Zij stierf op 21 april 1993. Dankzij foto’s die zijn toegestuurd door de kleindochter van Andries en Anna, krijgen deze Kamper helden nu een gezicht.
Auteur; José Snel