Verborgen dakloosheid in Kampen groter dan gedacht

In Kampen leeft een groeiende groep mensen zonder vaste woonplek, maar vaak blijft dat onzichtbaar. Volgens tijdelijke huisvester CareX Overijssel gaat het om mensen die telkens bij anderen moeten slapen en nergens echt tot rust komen. “Ze zijn niet altijd op straat te zien, maar leven wel in grote onzekerheid,” zegt Ruud Bremmer van CareX.
Aanstaande dinsdag 8 april doet Kampen voor het eerst mee aan de ETHOS-telling van dak- en thuisloosheid. Deze telling, gecoördineerd door het Kansfonds en de Hogeschool Utrecht, brengt ook de minder zichtbare vormen van dakloosheid in beeld. In 2024 werden landelijk 6063 mensen geteld, maar deskundigen vermoeden dat het werkelijke aantal aanzienlijk hoger ligt.
Onzichtbaar, maar niet minder schrijnend
“Veel daklozen zie je niet op een bankje in het park, maar ze hebben net zo goed geen thuis. Het zijn bijvoorbeeld mensen die uit een echtscheiding komen en – soms zelfs met kinderen – telkens weer bij andere familieleden, vrienden of kennissen logeren. En dat leidt tot veel stress. Je kunt niet tot rust komen, je kunt nergens echt verblijven” legt Bremmer uit. “
Kansen in leegstaande panden
CareX benadrukt dat de oplossingen deels nú al beschikbaar zijn. Zo stonden er volgens het CBS vorig jaar in Kampen 872 woningen leeg. “De nood is nú. Iedereen die van adres naar adres zwerft terwijl er panden leeg staan, is er één te veel,” stelt Bremmer. “Sterker nog: vermoedelijk zijn er op dit moment meer leegstaande potentiële woonruimten dan daklozen.”
CareX werkt samen met de gemeente Kampen, woningcorporaties en vastgoedeigenaren om leegstaande panden tijdelijk in te zetten. Een voorbeeld is het voormalige studentencomplex aan de Marktgang, waar nu mensen wonen die anders geen plek zouden hebben. “De ene bewoner is net gescheiden, de ander wacht op een sociale huurwoning. Door deze plekken kunnen ze op adem komen en werken aan hun toekomst.”

Tellen is goed, maar handelen is beter
De ETHOS-telling wordt gecoördineerd door het Kansfonds en de Hogeschool Utrecht. Doel is om ook de minder zichtbare vormen van dakloosheid structureel in beeld te brengen. Vorig jaar werden landelijk 6063 mensen geteld, maar de werkelijke aantallen liggen vermoedelijk hoger. Zwolle en Kampen nemen dit jaar voor het eerst deel aan de telling. “Het is goed dat we dit nu ook meten in onze regio,” besluit Bremmer. “Maar we weten ook zonder cijfers al dat het probleem bestaat. En we weten dat er oplossingen zijn. Door leegstand tijdelijk beschikbaar te stellen, kunnen we vandaag al het verschil maken voor mensen in een kwetsbare situatie.”